Mevrouw/meneer,
Allereerst mijn welgemeende complimenten voor uw website.
Het is echt prachtig. Mijn vader Jan de Heij is op 9 oktober 1917 in Nuth
geboren.
Ik ben nu 63 jaar en herinner me de verhalen uit die tijd
die hij me vertelde toen hij daar als kleine jongen leefde, bijvoorbeeld dat ze
thuis Fries spraken, op school Hollands en op straat Limburgs. Tot het eind van
zijn leven heeft hij dat gekund. Jarenlang ben ik bezig de stamboom van mijn
familie op te zetten. Informatie uit de Limburgse tijd heb ik niet veel. Ik zou
het dus erg leuk vinden van die kant wat te krijgen.
Mijn grootvader heette Kornelis (Kees) de Heij (ik ben naar hem vernoemd). Hij is op 11
januari 1907 in de gemeente Doniawerstal
(Friesland) getrouwd met Grietje Koers. Meteen na het
huwelijk zijn ze naar het Duitse Ruhrgebied vertrokken waar hij als
schachtbouwer is gaan werken. Ze hebben gewoond in de plaatsen Kray, Kamp
Lintfort, Moers en Kamperbruch. In 1916 (tijdens de Eerste Wereldoorlog) is het
gezin naar Nuth verhuisd en is mijn opa in de mijn Emma gaan werken.
Het gezin heeft in een vrij groot huis in Nuth gewoond,
vermoedelijk bij het station.
Het telde zeven kinderen, vijf zijn er in Duitsland
geboren, twee in Nuth. De bedoeling was dat ze Friese namen kregen, maar dat
werd in Duitsland niet geaccepteerd.
Bijgevoegd een familiefoto van het gezin gemaakt rond
1925.
Niemand is nog in leven. Mijn vader wist zich te herinneren dat ze een
stukje moesten lopen met de stoelen naar een open plek. Ik noem eerst de
roepnamen en dan de Duitse/Friese. Van links naar rechts:
Berta (Baukje), Jan (mijn vader), Riek (Hendrika,
Hendrikje), mijn oma Grietje Koers, Gerard (Gerhard, Geert), mijn opa Kornelis
de Heij, Willie (Wiegertje), Gré (Margaretha, Grietje) en Jo (Johanna, Jantje).
Berta is helaas op 4 maart 1926 in het ziekenhuis in
Heerlen overleden aan hersenvliesontsteking.
Bij mijn opa had zich toen al de beruchte
mijnwerkersziekte steenlongen geopenbaard. Hij was niet meer in staat te
werken. Het gezin kon kiezen om in Eindhoven bij Philips te gaan werken of in
Ede waar de kunstzijdefabriek ENKA was opgestart. Die hadden graag grote
gezinnen en dus goedkope arbeidskrachten. Het werd Ede omdat men nog de illusie
had dat de bosrijke omgeving een heilzame werking zou hebben op de longen van
mijn opa. Het mocht niet zo zijn. Op
maart
1931 is hij in Ede overleden. Ik heb hem dus jammer
genoeg nooit gekend.
Wie mij iets meer kan vertellen van de Limburgse
familiegeschiedenis zal ik erg dankbaar zijn.
Hartelijk groeten,
Kees de Heij
(contact gegevens bij NuthvanToen bekend)